Monumentenomschrijving Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Inleiding
In de vervenerswoning o.m. een winkel met kantoor, beide daterend uit de bouwtijd. Het pand staat met de voorgevel (zuidgevel) aan het
Zuiderdiep. De uitbreiding met het achterhuis, o.a. bedoelt als stalling voor de verveningswerktuigen, vond aan de noordzijde
plaats.
Omschrijving
De in rode baksteen opgetrokken Vervenerswoning met o.m. winkel en kantoor werd in 1916 gebouwd. Het gebouw heeft samengestelde,
rechthoekige plattegronden waarbij het voorste gedeelte twee bouwlagen telt en smaller is dan het tweede, zijnde het bakstenen
achterhuis dat excentrisch is uitgelegd en waarvan het zadeldak is gedekt met zwarte betonpannen. Het voorste gedeelte betreft de
eveneens met zwarte betonpannen belegde vervenerswoning die aan de voor- en achterzijde met een schild en twee op de nok gemetselde
schoorstenen is uitgevoerd. De voorgevel van de vervenerswoning telt drie assen, onder in kruisverband, op de verdieping in
halfsteensverband gemetseld. In het midden leidt een gemetselde trap met ter weerszijden ijzeren leuningen naar de voordeur met ongedeeld
bovenlicht. Links en rechts wordt de voordeur geflankeerd door twee samengestelde vensters: de linker kent een driedeling met
bovenramen, de rechter een tweedeling met bovenramen. Eenvoudige lineaire krul- en cirkelversiering in de getoogde velden boven
vensters en voordeur. De halve verdieping of mezzanino wordt door drie eenvoudige vierkante vensters ingedeeld, hierboven een brede
ongeprofileerde lijst en goot. De rechterzijgevel is van twee vensters met ongedeeld bovenlicht voorzien en een dubbel
(keuken)venster met ongedeelde bovenlichten (uit 1962) en een venster met ongedeeld bovenlicht in de sprong; in de achtergevel op
de begane grond een T-venster en in de top een zesdelig, licht getoogd venster met ijzeren roeden (pal onder het wolfseind, boven
de dak aanzet van het achterhuis). De linker gevel heeft een venster met bovenlicht, een gedeeld keldervenster plus een venster met
ongedeeld bovenlicht in de sprong, vervolgens een venster met bovenlicht en een dubbel venster als in de rechterzijgevel bij de
keuken. De achtergevel van de vervenerswoning heeft een T-venster op de begane grond en een getoogd venster met zes kleine ruitjes op de
verdieping. In de oosthoek van vervenerswoning en achterbouw staat een gemetselde waterput. De achterbouw is middels een dubbele,
houten deur vanaf de straatzijde (aan de westzijde) ontsloten. Inwendig heeft de vervenerswoning met o.m. winkel en kantoor de
originele indeling c.q. structuur behouden: gang; winkel met tegen de wanden geplaatste stellingkasten (ingedeeld met slanke pilasters
voorzien van kapiteeltje, de kasten getoogd en gehout met daarin zes voorraadladen), houten toonbank, beschilderd plafond (vijf vakken
tussen de balken, sjabloonschilderingen in late Jugendstil); kantoor met gehoute deur, zwart geschilderde houten schoorsteenmantel met de
tekst "eigen haard is goud waard", betegelde achterwand en beschilderd plafond (vijf vakken tussen de balken, sjabloonschilderingen in
late Jugendstil); opkamer en (aardappel)kelder; woonkamer met gehoute schoorsteenmantel en beschilderd plafond (vijf vakken tussen de balken,
sjabloonschilderingen in late Jugendstil). De kapconstructie van de vervenerswoning dateert uit de bouwtijd (1916), is gespijkerd en
heeft zwaluwstaartverbindingen.
Het ten opzichte van de vervenerswoning excentrisch geplaatste ACHTERHUIS is aan de oostzijde middels een houten deur met vierkant
venster en gedeeld bovenlicht toegankelijk, links is naast de deur een naamplaat aangebracht ("P. Hollander vervener") alsook twee pal
naast elkaar geplaatste T-vensters, rechts van de houten deur twee vier ruits vensters. De westgevel of linkerzijgevel heeft een
indeling met vier ijzeren stalraampjes. De achtergevel (noord) heeft een getoogd zes ruits venster op de begane grond (links), in de
geveltop twee zes ruits vensters en geheel rechts nog een klein venster; de vensters in de achtergevel zijn in ijzer uitgevoerd.
Inwendig o.m. een eenvoudige houten kapconstructie uit de bouwtijd (1929). Het achterhuis is gemetseld in rode baksteen
(halfsteensverband), heeft kraagsteentjes onder de goot en een gemetselde hoge schoorsteen op de noordoosthoek van de achterbouw.
De houten aanbouw met lessenaars dak tegen de achtergevel vertegenwoordigt geen monumentenbelang.
De restauratie betrof de buiten- en de binnenzijde, zie onderstaande foto's voor een impressie van het geheel.
Als u hieronder klikt op de verschillende links dan gaat u naar sites met aanvullende informatie:
voor de restauratie
nieuwe begane grondvloer
dak en verdieping vernieuwt
afbouw verdieping
plaatsen schoorstenen
oude toonbank herstelt
interieur aangebracht
waterput gerestaureerd
na de restauratie
na de restauratie